Selecteer een pagina

Egyptische papyrusrol

fragment van een payrusrolEigenaardig genoeg begint de geschiedenis van het boekbinden pas vele eeuwen na de verschijning van het eerste boek. Eén van de oudste bekende ‘boeken’ is een papyrusrol, die dateert uit de 25ste eeuw voor het begin van onze jaartelling. De rol bevat 18 kolommen Egyptisch priesterschrift. Die rolvorm heeft zo’n tweeduizend jaar bestaan en zelfs toen papyrus vervangen werd door perkament bleef de schriftrol nog lang de standaard boekvorm.

De wijze waarop geschreven werd, in naast elkaar geplaatste en door een verticale lijn van elkaar gescheiden kolommen op het perkament, moest wel leiden tot de ontwikkeling van een nieuwe vorm. Op een gegeven moment ging men de rol in stukken snijden, elk stuk met drie of vier kolommen en dat heeft het boek de vorm gegeven die we nu nog steeds kennen.

De codex

De eerste gebonden boeken werden gemaakt van enkelvoudige bladen. De bladen werden aan één zijde scharnierend vastgenaaid. De schriftindeling in kolommen werd voorgezet in de Latijnse codex of het manuscriptenboek. Men zag al snel het voordeel van een codex ten opzichte van de boekrol. De codex is handiger bij het opzoeken van informatie door te bladeren waarbij een boekrol meestal een heel stuk afgerold moet worden. In een codex kan ook heel wat meer informatie bevatten en is een stuk robuuster dan de scheurgevoelige boekrol.

codex GigasVanaf het begin van de jaartelling verdrong de codex dan ook snel de boekrol. Tot op de dag van vandaag vinden we het lezen van bladzijden met twee of drie kolommen praktisch en gemakkelijk leesbaar.

De oude bindingen hebben in feite al alle elementen die ook nu nog typisch zijn voor het moderne boek. Zij worden gemaakt van gevouwen bladen, die in katernen bij elkaar zitten en vastgenaaid zijn aan koorden die haaks over de rug lopen. De boekbladen zijn groot, wat waarschijnlijk kwam door de afmetingen van de dierenhuiden waarvan het perkament werd gemaakt. Ten slotte wordt er aan elke zijde van het boek een houten plaat aangebracht die dienst doet als voor- en achterplat.

Toen ontdekte men dat de koorden waaraan de katernen waren vastgenaaid, net zo goed rechtstreeks in de randen van die houten platten konden worden geregen, zo werd het boek compacter en duurzamer. De evolutie in het boekbinden was compleet toen heel het boek met een stuk leder werd overtrokken, waardoor het naaiwerk niet meer zichtbaar was en de rug van het boek nog meer werd versterkt.

De geschiedenis van het boekbinden is zowel eenvoudig als oneindig gecompliceerd. In de loop van 1800 jaar is er eigenlijk niets veranderd aan de basisconstructie van het boek. Een moderne binding is nog steeds gemaakt van een aantal samengevouwen katernen, die op de vouw aan elkaar zijn genaaid en tussen twee platten gevat zijn waarvan de buitenzijden zijn overtrokken.

Middeleeuwen (tussen 400 en 1400 na Christus)

Gruuthuuse egidius liedIedere technologie wordt in de loop van de geschiedenis beïnvloed door verschillende factoren, of ze er nu rechtstreeks mee te maken hebben of niet. Dat geldt uiteraard ook voor het boekbinden. De belangrijkste zaken die het het boekbinden hebben beïnvloed hebben helemaal niets te maken met boeken. Zo waren in de middeleeuwen kloosterorden de bewaarders van kennis en cultuur. Het is omdat monniken toegang hadden tot al dat studiemateriaal en belangrijke teksten, dat zij ook verantwoordelijk werden voor het inbinden ervan. Ze waren niet alleen verstandig, maar ze hadden ook de handigheid en de tijd om zich te bekwamen in het ambacht van het boekbinden. Vandaar dat de geschiedenis van het boekbinden begonnen is in de kerk en dat zij zich voornamelijk bezig hielden met kerkelijke literatuur en de manuscripten die vooral ten behoeve van de clerus werden gemaakt.

Het waren grote boeken. Het formaat werd bepaald door de grootte en de dikte van het perkament, maar ook door het handschrift van de monnik/schrijver. De boeken werden met een eindeloos geduld en vaardigheid geschreven en gekopieerd. Het waren unieke stukken en ze werden behandeld als kunstwerken. Zij werden veilig opgeborgen of zelfs aan lessenaars vastgeketend. Het waren ceremoniële boeken, die slechts door een beperkt aantal mensen mocht gebruikt worden.

Hoe het er in die tijd aan toe moet zijn gegaan komt tot leven in de roman ‘De naam van de roos‘ van Umberto Eco (1983). Een van de bekendste handschriften uit deze periode is het Brugse Gruuthuse-handschrift van rond 1400.

Introductie van papier

blad papier en hoe dat gevouwen kan worden in formatenIn de 10 de eeuw werd vanuit China het papier geïntroduceerd. Vellen van dit nieuwe met de hand gemaakte materaal waren ongeveer even zwaar als perkament, maar ze konden wel beter gevouwen en geperforeerd worden. Ook het naaien ging een stuk makkelijker.

Er werden in Europa steeds meer papierfabrieken opricht en de materie van het papier werd verder ontwikkeld. Men ontdekte dat grote vellen papier niet alleen enkelvoudig gevouwen, als foliovel, konden worden gebruikt. Papier kon meerdere keren gevouwen worden: twee keer resulteerde in een pagina van ongeveer 23 bij 305 cm, het kwarto formaat; drie keer zorgt voor een zeer handig formaat van 15 bij 23 cm, het octavo formaat (acht bladen = 16 bladzijden). Deze laatste afmetingen komen overeen met die van het doorsnee moderne boek. Ook dit leidde weer tot nieuwe ontwikkelingen in het boekbinden.

Uitvinding boekdrukkunst

GutenbergDe revolutie in het boekbinden kwam er in het midden van de 15de eeuw met de uitvinding van de boekdrukkunst. Het handgeschreven boek was het product van een langzaam proces en leverde telkens slechts één boek op. Het proces van Johann Gutenberg en Laurens Jansz. Coster, waarmee woorden met losse letters werden samengesteld, maakte het mogelijk om een hele pagina te zetten en heel wat sneller te produceren. Hierdoor veranderde het boekbinden van een individueel ambacht tot een massaproductie. Toch leidde dit niet onmiddellijk tot een verkleining van de boeken want de oudste drukletters waren eerst een imitatie van de vroegere kalligrafische letters.

De groeiende vraag naar boeken zorgde voor een enorme toename in zowel de hoeveelheid boeken als in de behoefte aan boekbinders. Het boekbinden ging van de kloosters over naar de drukkerijen en nog later naar aparte binderijen.

Boekbindstijlen

Grolier bandLeder bleef het meest geschikte bekledingsmateriaal, maar de pas ingevoerde blind- en gouddrukkunst, die in het Oosten al lang werden toegepast gaven nieuwe impulsen aan het boekbinden. Door de koorden, waaraan de katernen werden vastgenaaid, ontstonden op de rug van het boek decoratieve verhoogde randen, de zogenaamde ribben. Hiervan werd gebruik gemaakt door de zo ontstane rechthoeken, de ‘velden’, te verfraaien met allerlei motieven, aangebracht met handstempels. De koningshuizen en de aristocratie van Europa bevorderden de ontwikkeling van diverse boekbind stijlen door hun bescherming en ondersteuning van vele bekwame boekbinders. Gewoonlijk vormden wapenschilden en halmtekens de centrale versiering van de bindingen, die zij op bestelling voor hun bibliotheken lieten maken. Merkwaardig is wel dat de diverse stijlen niet vernoemd werden naar de boekbinders maar naar de personen die de opdracht gaven. Zo bestaat er een grote collectie Grolier-banden, genoemd naar Jean Grolier, Vicomte d’Aguisy, die in 1545 thesaurier van Frankrijk was.

De boekbindindustrie

Ook de industriële revolutie liet zijn sporen na in het boekbindersambacht. In de vroege 19de eeuw onderging de boekbindtechniek, tegelijk met de invasie van de machine op praktisch elk handwerkgebied, radicale vernieuwingen. Waar vroeger het stempelen van motieven in leer alleen maar handwerk was geweest, werden nu hele blokken door de machine in een enkel snelle werkgang van versieringen voorzien. Alhoewel dit iedere lezer in staat stelde ‘mooie banden’ te kopen, waren ze niet erg mooi en werden ze niet met de zorg, die zo karakteristiek was voor het handwerk, uitgevoerd. In plaats van een nieuw type banddecoratie te ontwikkelen, dat bestemd was om snel en tegen lage kosten aan te brengen, probeerde men met de machine het handwerk te imiteren zonder daarvan de kwaliteit te kunnen evenaren. Om zoveel mogelijk winst te maken werd zelfs goedkoper papier gebruikt en ten slotte werden ook de koorden werden vervangen door platte banden.

Eind 19de eeuw was het boek democratisch gemeengoed geworden. De machinale productie had zich stevig ingenesteld en was erin geslaagd onbeperkte aantallen boeken te vervaardigen tegen democratische prijzen. Maar die industriële revolutie die door Europa raasde, had niet alleen grote gevolgen voor de productiemogelijkheden en werkomstandigheden van die tijd, maar ook voor de kunst. Door de enorme sociale veranderingen die de industriële revolutie met zich mee bracht werden de oude gilden en ambachten verdrukt ten koste van ongeschoolde fabrieksarbeiders.

Arts en Crafts movement

Pagina uit een boek ten tijde van de Arts and crafts bewegingAls reactie op de mindere kwaliteit van de door de industriële revolutie beïnvloede kunst (en ook het boekbindambacht), die sterk duidelijk werd in een tentoonstelling van 1851, kwamen verschillende stromingen op die weer teruggrepen op de ambachtslieden en kunstenaars van weleer. Uiteindelijk zou de Arts en Crafts movement, gestart door Willam Morris hieruit voortkomen.

Een indrukwekkend aantal ambachtslieden, met aan het hoofd T.J. Cobden-Sanderson, vestigde zich in particuliere boekbinderijen of kleine drukkerijen. Handgemaakt papier, handstempels, handboekbinden en -drukwerk waren de wapens van deze particuliere binderijen in het gevecht tegen de machinale inferioriteit. Met koppige vastberadenheid ging deze invloedrijke minderheid door het met maken van prachtige banden, daarbij bewust teruggrijpend naar gezonde basistechnieken die karakteristiek waren voor het oude handwerk.

Het boek als resultaat van een bewogen geschiedenis

Samenvattend kan worden gezegd dat het handboekbinden tot in de 17de eeuw - het moment tussen de uitvinding van de boekdrukkunst en de komst van de machinale bindtechnieken - een ambacht was dat werd gekenmerkt door nauwgezet vakmanschap en het gebruik van de fijnste materialen. Als gevolg van de enorme veranderingen, veroorzaakt door de machinale productie, ontbrak het de boeken aan kunstzinnige smaak en praktisch constructie. Terwijl het boekbinden vroeger in zijn totaliteit van hoog gehalte was geweest, werd het kwalitatief hoogstaande boekbinden nu een gespecialiseerd handwerk, dat losstond van het commerciële boekbinden en dat werkte voor verzamelaars, bibliotheken en een kleine groep mensen die prijs stelden op goed vakmanschap, niet alleen met betrekking tot de inhoud van een boek, maar ook tot zijn uiterlijk verschijningsvorm.

 

Heb je nog aanvullingen bij deze geschiedenis van het boekbinden? Ik wil ze graag lezen! laat ze weten via een reactie hieronder.

Pin It on Pinterest